Nierstenen: Pijnlijk maar vaak te voorkomen
Door Mustafa Alamyar
Nierstenen zijn een probleem waar relatief veel patiënten mee geconfronteerd worden. De nierstenen zijn er in verschillende soorten en elk soort heeft zijn eigen vormingsproces. Veel mensen zijn zich niet bewust van het feit dat hun leefstijl een grote invloed heeft op de kans dat ze ooit een steen krijgen in de urinewegen.
Het proces van steenvorming wordt in de medische literatuur urolithiasis genoemd. Afhankelijk van de locatie noem je het een niersteen (in de nier), uretersteen (in de urineleider) of een blaassteen (in de blaas). Tot 1900 kwamen de urinewegstenen vooral voor in de blaas, maar met de toegenomen hygiëne hebben we tegenwoordig vooral te maken concrementen hoger in de urinewegen. De volgende soorten stenen worden onderscheiden: calciumoxalaatmonohydraat (wheweliet), calciumoxalaatdihydraat (weddeliet), apatiet, brushiet, struviet, urinezuurstenen en cystinestenen.
Een wheweliet concrement groeit langzaam, maar is heel hard en dus meestal moeilijk te vergruizen. Een weddeliet is bros en het groeit snel en daardoor komt het ook sneller terug. Deze twee soorten stenen koment het meest voor (61%). Een apatietsteen, 18% van het totaal, is bros, wit en groeit in alkalische (niet zure) urine. Struvietstenen (een mengsel van magnesium, ammonium en fosfaat) worden ook wel infectiestenen genoemd, omdat ze alleen in geïnfecteerde urine ontstaan. Bij infectiestenen wordt vooraf aan de uitwendige vergruizingsbehandeling altijd antibiotica gegeven om bijvoorbeeld een urosepsis (bacterie in de circulatie) te voorkomen.
Urinezuurstenen, 3% van het totaal, ontstaan bij een heel zure urine en lossen langzaam op wanneer de urine medicamenteus basischer wordt gemaakt. Cystinestenen zijn het zeldzaamst en deze stenen ontstaan door een autosomaal dominant erfelijke afwijking waardoor de nieren door een resorptiestoornis onder andere cystine niet goed kunnen opnemen.

De stenen ontstaan doordat de urine te weinig stoffen bevat die steenvorming tegengaan, zoals citraat dat zich kan binden aan calcium wat een rol speelt bij calciumoxalaatstenen (grootste groep stenen). Citraat gaat dus samen met nog enkele eiwitten kristalvorming tegen in de urine. Kristalvorming is op zichzelf geen probleem, want ook gezonde mensen krijgen kristalletjes na een maaltijd (die rijk is aan oxaalzuur). Het wordt pas een probleem wanneer de desbetreffende kristallen aan elkaar gaan kleven en zo een steen vormen die klachten geeft. Sterke thee (zonder melk), chocolade, bladgroente, ijsthee, rabarber, bieten en spinazie zijn voorbeelden van voedingsmiddelen met veel oxaalzuur.
Door veel water te drinken nemen de concentraties van de zouten in de urine af en wordt de kans op kristalvorming in urine kleiner. Vooral na het eten en voor het slapen is het aan te raden om goed te drinken.
Als iemand eenmaal een niersteen heeft gekregen dan is er 50% kans dat er nog een keer steentjes gevormd zullen worden in de nier nadat iemand steenvrij is. Waarom een pijnlijke niersteenvergruizing ondergaan als het makkelijker kan? Waarom wachten op de kolieken? U bent aan zet, eet en leef bewust!
Gepubliceerd: vrijdag 13-08-2010
Bron: Urologie EMC | Nog geen reacties
De maatschappelijk werker is er voor iedereen
In de eerste gesprekken die medisch maatschappelijk werker Laura Haasdijk met patiënten voert vragen mensen zich af waarom ze naar de maatschappelijk werker moeten. Het voelt alsof er iets met ze aan de hand is. Terwijl het maatschappelijk werk tot het standaard aanbod hoort bij een nierziekte, net zoals de diëtiste, verpleegkundige en de dokter. Onlangs hebben de maatschappelijk werkers die werkzaam zijn in de nefrologie hun visie op wat zij doen en hoe ze willen werken vastgelegd in de zogeheten kwaliteitsstandaarden. Deze zijn voor iedereen gratis te downloaden.
'Het kost altijd eventjes, misschien wel een paar gesprekjes, voordat mensen gaan ervaren wat maatschappelijk werk kan betekenen. Je hebt heel vaak een klein stukje weerstand te overwinnen,' vertelt Haasdijk. Zij werkt in het HagaZiekenhuis in Den Haag en is voorzitter van de Vereniging Maatschappelijk Werk Nefrologie. Haar werk is eigenlijk tweeledig, zo legt ze dat aan patiënten uit. Een nierziekte heeft heel veel invloed op je gewone leven. Een maatschappelijk werker kan je op weg helpen met praktische dingen, en ook psychosociale ondersteuning bieden.
De regie over je leven krijgen kan je leren »
De regie over je leven met een chronische ziekte krijgen, dat kan je leren. Zelfmanagement is het toverwoord.
Andreas Vesalius en zijn fascinatie voor de nier »
In de 16e eeuw was de medische wetenschap nog steeds gebaseerd op de wijsheid van de klassieke oudheid. Wetenschappers uit dit verre verleden bepaalden nog altijd hoe er over het menselijk lichaam werd gedacht. Ruim 2000 jaar lang waren de bevindingen van Aristoteles over de medische wetenschap onbetwist. Hoewel Aristoteles en later zijn volgeling Galenus (Grieks/Romeins arts 129-199 n.Chr.
Reacties
Reageer op dit artikel