Meer vitamine D extra gunstig voor kinderen met nierziekte
Door Merel Dercksen
ACE-remmers, een categorie medicijnen die de bloeddruk verlagen en eiwitverlies verminderen, worden veel ingezet bij mensen met chronische nierschade, om verdere achteruitgang van de nierfunctie te vertragen. Bij volwassenen lijkt vitamine D nog een extra nierbeschermend effect te hebben. Een internationaal team onderzoekers, allen verbonden aan een kinder(nefrologie)afdeling, heeft onderzocht of vitamine D ook van invloed is op de verslechtering van de nierfunctie van kinderen. Het antwoord lijkt 'ja' te zijn.
Dit deden ze door de data van de deelnemers aan het ESCAPE cohort met deze bril te bekijken. ESCAPE staat voor Effect of Strict Blood Pressure Control and ACE Inhibition on Progression of CKD in Pediatric Patients. Bij 167 van de kinderen uit deze studie bleek tijdens de studie de hoeveelheid van vitamine D (25(OH)D) en van de bij de werking hiervan betrokken stoffen FGF-23 en klotho, in het bloed gemeten.
De kinderen met lage hoeveelheden vitamine D in het bloed bleken zowel aan het begin van het onderzoek als na acht maanden een ongunstiger verhouding van eiwit en creatinine in de urine te hebben dan de andere kinderen. Ook hadden ze gemiddeld een hogere bloeddruk (onderdruk). En hoe lager de vitamine D-spiegel, hoe groter de jaarlijkse afname van de nierfunctie. Dat zien de onderzoekers ook terug in het aantal kinderen dat na vijf jaar nog werkende eigen nieren had: bij degenen met een wat hogere spiegel was dat 75%, onder de kinderen met weinig vitamine D maar de helft.
Het beschermende effect van vitamine D op de nierfunctie van kinderen is onafhankelijk van hoe goed die functie nog is, onafhankelijk van de onderliggende ziekte en houdt ook geen verband met de bloeddruk. Wel zagen de onderzoekers dat het beschermende effect minder is wanneer de kinderen ook met ACE-remmers behandeld werden.
Gepubliceerd: zaterdag 13-06-2015
Bron: Journal of the American Society of Nephrology | Nog geen reacties
Hogere sterfte niertransplantatiepatiënten die maagzuurremmers gebruiken
Door Rosa Wouda - Een interview met arts-onderzoeker Rianne Douwes en nefroloog Stephan Bakker van het UMCG over hun onderzoek naar het verband tussen het gebruik van maagzuurremmers en sterfte na niertransplantatie.
Rianne heeft geneeskunde gestudeerd aan de universiteit van Groningen. Tijdens haar studie was ze lid van het Prometheus-Nierteam, waardoor haar interesse in wetenschappelijk onderzoek en transplantatiegeneeskunde groeide. Haar laatste coschap heeft ze gedaan op de afdeling maag-, darm- en leverziekten. Sinds ruim drie jaar werkt zij als arts-onderzoeker voor de TransplantLines studie; een grootschalig onderzoek, langlopend onder in het UMCG getransplanteerde patiënten, onder leiding van prof. dr. Bakker. Passend bij haar interesse in de transplantatiegeneeskunde, alsmede het maagdarmstelsel, doet zij nu onderzoek naar het gebruik van maagzuurremmers bij patiënten met een niertransplantatie.
Verfijndere behandeling ANCA-vasculitis stap dichterbij »
Van de Late Breaking Clinical Trials die tijdens het ERA-EDTA congres gepresenteerd zijn, hebben er twee betrekking op ANCA-vasculitis. Zowel met betrekking tot het terugdringen van een actieve aanval, als het voorkomen van een terugval is in Cambridge medicijnonderzoek gedaan dat een stap in de richting zet van meer op de patiënt afgestemde behandeling. Late Breaking Clinical Trials (LBCTs) zijn, zoals de naam al zegt, klinische studies, dus uitgevoerd onder patiënten.
Kunnen ouderen met minder medicatie toe? »
Ouderen die een nieuwe nier krijgen hebben veel minder vaak een afstoting dan jonge mensen. Als ze de eerste drie maanden na de transplantatie geen afstoting hebben gehad, dan is de kans ook klein dat dat nog gaat gebeuren. Dat ouderen minder vaak een afstoting hebben komt waarschijnlijk vooral doordat hun immuunsysteem minder goed werkt. Ouderen krijgen echter doorgaans wel dezelfde hoeveelheid medicatie als jongere mensen.
Reacties
Reageer op dit artikel