Kan rituximab een alternatief zijn voor prednison?
Door Merel Dercksen
Rituximab wordt steeds vaker ingezet voor de behandeling van patiënten, vooral kinderen, die nefrotisch syndroom hebben en niet zonder prednison kunnen. Rituximab is een monoklonaal antilichaam dat zich richt tegen zeer specifieke B-cellen, onderdeel van het immuunsysteem. Italiaanse wetenschappers hebben een review gedaan van de studies die naar dit medicijn zijn uitgevoerd bij kinderen met nefrotisch syndroom, en op een rijtje gezet wat er inmiddels bekend is.
Als eerste stellen ze dat het feit dat rituximab kán werken, het beeld van zogenaamde podocytopathieën mede heeft veranderd. Podocytopathieën zijn aandoeningen waarbij de podocyten, een bepaald type cel in de nierfilters, zijn aangetast. Dat is het geval bij nefrotisch syndroom. Was het beeld in eerste instantie dat bij deze auto-immuunaandoeningen vooral de T-cellen van het immuunsysteem een rol speelden, het effect dat rituximab kan hebben heeft ertoe geleid dat de neuzen nu wijzen in de richting van een meer complexe aandoening waarbij ook in een eerder stadium van de immuunrespons afwijkingen optreden. B-cellen spelen een rol in die vroege immuunrespons.
In verschillende studies onder kinderen blijkt rituximab te kunnen bijdragen aan het verminderen van de hoeveelheid prednison die de kinderen nodig hebben om de ziekte onder controle te houden. Maar uit de meest recente onderzoeken komt naar voren dat het voor de effectiviteit uitmaakt of het kind alleen afhankelijk is van prednison, of dat het daar ook nog een ander afweeronderdrukkend medicijn bij nodig heeft. In het tweede geval is de kans kleiner dat de patiënt uiteindelijk, na behandeling met rituximab, helemaal zonder medicijnen kan. Daarbij is mogelijk sprake van een andere staat van de ziekte, met een andere prognose en een andere optimale behandeling.
Voor het gebruik van rituximab als onderhoudsmedicijn zijn volgens de Italiaanse wetenschappers nog onvoldoende gegevens beschikbaar. Het is daarom lastig iets zinvols te kunnen zeggen over bijvoorbeeld de frequentie en het aantal infusen rituximab dat zou moeten worden gegeven om zo effectief mogelijk te zijn, met zo min mogelijk bijwerkingen.
De onderzoekers bespreken ook een gerandomiseerde studie onder kinderen met nefrotisch syndroom die geen baat hebben bij prednison. Bij hen lijkt rituximab ook geen voordelen te bieden.
Gepubliceerd: donderdag 10-12-2015
Bron: Clinical Journal of the ASN | Reacties (1)
Hogere sterfte niertransplantatiepatiënten die maagzuurremmers gebruiken
Door Rosa Wouda - Een interview met arts-onderzoeker Rianne Douwes en nefroloog Stephan Bakker van het UMCG over hun onderzoek naar het verband tussen het gebruik van maagzuurremmers en sterfte na niertransplantatie.
Rianne heeft geneeskunde gestudeerd aan de universiteit van Groningen. Tijdens haar studie was ze lid van het Prometheus-Nierteam, waardoor haar interesse in wetenschappelijk onderzoek en transplantatiegeneeskunde groeide. Haar laatste coschap heeft ze gedaan op de afdeling maag-, darm- en leverziekten. Sinds ruim drie jaar werkt zij als arts-onderzoeker voor de TransplantLines studie; een grootschalig onderzoek, langlopend onder in het UMCG getransplanteerde patiënten, onder leiding van prof. dr. Bakker. Passend bij haar interesse in de transplantatiegeneeskunde, alsmede het maagdarmstelsel, doet zij nu onderzoek naar het gebruik van maagzuurremmers bij patiënten met een niertransplantatie.
Verfijndere behandeling ANCA-vasculitis stap dichterbij »
Van de Late Breaking Clinical Trials die tijdens het ERA-EDTA congres gepresenteerd zijn, hebben er twee betrekking op ANCA-vasculitis. Zowel met betrekking tot het terugdringen van een actieve aanval, als het voorkomen van een terugval is in Cambridge medicijnonderzoek gedaan dat een stap in de richting zet van meer op de patiënt afgestemde behandeling. Late Breaking Clinical Trials (LBCTs) zijn, zoals de naam al zegt, klinische studies, dus uitgevoerd onder patiënten.
Kunnen ouderen met minder medicatie toe? »
Ouderen die een nieuwe nier krijgen hebben veel minder vaak een afstoting dan jonge mensen. Als ze de eerste drie maanden na de transplantatie geen afstoting hebben gehad, dan is de kans ook klein dat dat nog gaat gebeuren. Dat ouderen minder vaak een afstoting hebben komt waarschijnlijk vooral doordat hun immuunsysteem minder goed werkt. Ouderen krijgen echter doorgaans wel dezelfde hoeveelheid medicatie als jongere mensen.
Ik heb dit medicijn in 2012 2 maal toegediend gekregen (in totaal 6 infusen) in het LUMC ter onderdrukking van mijn weer actieve Nefrotisch syndroom. Sindsdien is de eiwitlekkage volledig gestopt en gebruik ik bijna geen medicijnen meer.
Ik ben nu 55 jaar, dus Rituximab werkt ook op hogere leeftijd!